Tachtig jaar geleden verdween de laatste Joodse inwoner uit Drouwen

Verzamelen voor transport / fotograaf onbekend

Komende zondag 2 oktober 2022 is het precies tachtig jaar geleden dat er zo’n 17.000 Joden uit heel Nederland naar Kamp Westerbork worden afgevoerd. Alle Joodse werkkampen worden ontruimd en de Joodse bevolking van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel moet huis en haard achterlaten.

De Joodse inwoners van Drouwen

In 1930 wonen er zo’n veertig Joden in de omgeving van Drouwen. Het gezin Cohen bezit een klein huis aan de Hoofdstraat 21 in Drouwen. Moeder Naatje (56) en haar dochters Koosje (22), Diena (16) en kleindochter Rachel (3) sterven in de gaskamers van Auschwitz op 19 oktober 1942. Vader Benjamin Mozes Cohen (68) wacht op 22 oktober hetzelfde lot.

De woning aan de Hoofdstraat 21 in Drouwen.

De andere Joodse familie Nijveen mag in eerste instantie nog in Drouwen blijven. De gezondheid van hartpatiënt Simon Jonas Nijveen is dermate zwak dat hij zich samen met dochter Rosa – dankzij een doktersverklaring – niet hoeft te melden. Begin 1943 vertrekken ze alsnog – vrijwillig – en op eigen gelegenheid vanaf hun woning aan de Alinghoek 13 naar Westerbork. Niet veel later worden Simon Jonas (84) en Rosa (51) op 23 april 1943 in Sobibór vermoord.

Alinghoek 13 in Drouwen.

2 oktober 1942

Op 2 oktober 1942 worden in heel Drenthe de Joodse inwoners door Nederlandse politieagenten, met ondersteuning van gemeentelijke ambtenaren, uit hun huizen gehaald en naar het Kamp Westerbork getransporteerd. De datum 2 oktober is niet toevallig gekozen. Het is de Joodse feestdag Jom Kipoer en iedereen viert het feest in huiselijke kring. Een typisch staaltje van Duitse efficiëntie. waarbij ook de Nederlandse politie een belangrijke rol speelt.

Joodse mannen uit het werkkamp De Fledders bij Norg op 2 oktober 1942 weg naar Kamp Westerbork.
(foto: historische Vereniging Norg)

Onder de Drentse agenten en marechaussees is er een enkeling die weigert aan de deportatie mee te werken. De rest probeert er slechts het beste van te maken. Ze horen niets en ze zien niets. Net als de meerderheid van de bevolking en de efficiënt meewerkende ambtenaren. In de loop van zaterdag 2 oktober 1942 melden de Joden, zoals de familie Cohen uit Drouwen, zich ‘vrijwillig’ op één van de verzamelpunten in de regio. In dit geval is dat Hotel Bieze in Borger. Vanaf hier worden ze naar Westerbork gebracht. 

Kamp Westerbork.

Waarom er zo weinig Joden onderduiken?

In oktober 1942 is er nog geen sprake van een georganiseerde onderduik. De Joodse mensen moeten zelf maar voor een plek zorgen. Ze weten bovendien niet voor hoelang. Ook moeten ze over voldoende geld beschikken, want er moest wel eten op de plank komen. Voedselbonnen zijn niet langer voor ze beschikbaar en alles moet voor veel geld op de zwarte markt worden gekocht. Hitler is op dat moment nog steeds aan de winnende hand en daarom heeft niemand een flauw idee hoe lang de oorlog nog gaat duren.

De trein op het spoor bij Hooghalen.

Treinen naar de dood

Tot 12 oktober 1942 vertrekken er vanuit Drenthe 24 treinen met 23.700 joden. Zij allen verblijven slechts korte tijd in Westerbork, sommigen alleen om geregistreerd te worden. Vanaf begin februari 1943 is er een wekelijks ritme: iedere dinsdag vertrekt een trein met gemiddeld 1.000 personen. De NS stellen coöperatief de dienstregelingen voor de transporten op en de treinen worden tot de Nederlands-Duitse grens gereden door Nederlandse stokers en machinisten. De kosten voor deze transporten declareert de NS ‘gewoon’ bij de Duitsers.

De bestemming is Auschwitz of, gedurende enige maanden in 1943, Sobibor. In enkele gevallen Theresienstadt of Bergen-Belsen. Het is 13 september 1944 als de laatste trein vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrekt. Aan boord zijn 1019 mensen, onder wie Anne Frank en haar familie. Er worden uiteindelijk in totaal 107.000 mensen met 93 treinen vanuit kamp Westerbork gedeporteerd. Daarvan keren zo’n 5000 terug. Als het kamp op 12 april 1945 wordt bevrijd zijn er nog 876 gevangenen in Westerbork achtergebleven. Van de ongeveer 1600 Drentse Joden van 1940 zijn er in 1947 nog 147 in leven.

Eindbestemming Auschwitz.

Nederland kent de grootste Jodenvernietiging van West-Europa: 73 procent van de Joodse bevolking overleeft de Duitse bezetting niet.

Vorig jaar Stolpersteine in Drouwen gelegd

Respectvol en ontroerend is de bijeenkomst precies een jaar geleden op vrijdagochtend 1 oktober 2021. In Drouwen worden onder grote publieke belangstelling op twee adressen zeven Stolpersteine gelegd. De werkgroep ‘75 Jaar Bevrijding Drouwen, Bronneger, Bronnegerveen (DBB)’ neemt daartoe in 2020 het initiatief. Corona zorgt ervoor dat eerdere steenleggingen steeds moesten worden afgelast. Op vrijdag 1 oktober, 79 jaar nadat de laatste Jood uit Drouwen vertrok, is het eindelijk zo ver.

Stolpersteine worden gelegd bij de woning van de familie Cohen.

Na een indrukwekkende minuut stilde onthult Wethouder Albert Trip van de Gemeente Borger-Odoorn samen met verschillende aanwezigen de kleine monumentjes.  Na het hardop voorlezen van de namen van de omgekomen plaatsgenoten klinkt er spontaan een applaus. De Joodse inwoners van Drouwen zijn weer thuis en zijn dankzij de Stolpersteine ook letterlijk weer blijvend in ’t dorp zichtbaar. Daarmee is volgens de wethouder een duistere periode uit onze geschiedenis ook weer bespreekbaar. Kiezen tussen goed en kwaad was nog niet zo makkelijk in die jaren. Door er nu met elkaar over te praten ontstaat er ruimte voor verwerking en uiteindelijk meer begrip.

Leerlingen van basisschool De Ekkelhof staan jaarlijks stil bij de Joodse geschiedenis van Drouwen.

Andere nieuwsberichten