Historie Dorpshuis

Het begin

Gymmen in De Oude Waag, kruisjassen bij Alinghoek, zo waren diverse verenigingen verdeeld over de dorpen. Eind jaren vijftig wilden de inwoners van onze dorpen een passender ruimte voor alle verenigingen. Er werd een voorlopig bestuur gevormd en er werden plannen gemaakt. Om tot een sluitende begroting te komen was het nodig dat de kleuterschool in het dorpshuis kwam. De huuropbrengsten waren van belang voor de exploitatie.

Dit lukte en op 13 juli 1962 was er een bevolkingsvergadering waarin de statuten van de “Stichting Dorpshuis” werden vastgesteld. In deze statuten staat omschreven dat de stichting “zich ten doel stelt het stichten en exploiteren van een Dorpshuis, dat passende lokaalruimten biedt aan de verenigingen in de buurtschappen Drouwen, Bronneger en Bronnegerveen, ten einde hiermede een bijdrage te leveren in de maatschappelijke ontwikkeling van de in deze buurtschappen aanwezige verenigingen”

Het bestuur moest bestaan uit 11 leden, aan te wijzen uit en door het plaatselijk verenigingsleven, 3 leden, aan te wijzen door de Nederlands Hervormde Kerk in Borger, en 1 lid, aan te wijzen door het college van B & W van de gemeente Borger. De kosten voor de bouw werden geraamd op 73.000 gulden. Hiervan moesten de inwoners 10.500 gulden opbrengen. Hiervan moest 6.000 gulden contant en 4.500 gulden in zelfredzaamheid worden opgebracht. Die zelfredzaamheid was geen probleem, iedereen wilde wel meehelpen. Ook het contante bedrag werd bijeengebracht en de vereniging “Volksonderwijs” was bereid een lening te verstrekken van 14.000 gulden om een kleuterschool mogelijk te maken. De bouw kon beginnen. Op 4 juni 1963 werd de eerste steen gelegd.

Vele handen maken licht werk. Meester Hekman, hoofd van de school en voorzitter van het bestuur, hield keurig bij wie, wanneer meewerkte. Hij telde in totaal 81 dagen werk en schatte dit op 600 manuren.

Via “Opbouw Drenthe” kwam het bestuur in contact met de “Internationale Christelijke Vredesbeweging Holland”. Deze vredesbeweging organiseerde werkkampen voor jongeren en zo kwam het dat er 22 jongeren uit Nederland, België, West-Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Engeland drie weken kampeerden bij camping Alinghoek en meewerkten aan de bouw van het dorpshuis. Hun hulp werd zo gewaardeerd dat de inwoners een groot afscheidsfeest organiseerden en de groep werd door het gemeentebestuur op het gemeentehuis ontvangen voor een Drentse koffietafel.

In oktober 1963 werd het gebouw al in gebruik genomen maar 16 mei 1964 volgde de officiële opening door burgemeester Grolleman. Tot zijn verrassing zag meester Hekman zijn eigen naam op het gebouw prijken.

In 1971 was het gebouw al te klein. Er werd ongeveer 6 x 7 meter aangebouwd. Er werd intern ook verbouwd. Er kwam een toneel met daaronder een kelder, te gebruiken als hobbyruimte. In 1982/1983 is het gebouw gerenoveerd. Veel houtwerk werd vervangen door hardhout, er werd geïsoleerd en een berging voor tafels en stoelen ed. Ook dit werd vooral door zelfredzaamheid van de inwoners gerealiseerd.

Tot 2010 heeft het bestuur gebruik gemaakt van een beheerder. Door de teruglopende bijdragen vanuit de gemeente, de last van de personele kosten van de beheerder en het oplopende achterstallig onderhoud heeft de Stichting in overleg met alle dorpsbewoners besloten om het roer om te gooien. In een soort van volksvergadering heeft de Stichting de situatie uitgelegd en aan de bewoners gevraagd: willen jullie samen met het bestuur de verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst van het dorpshuis in beheer en onderhoud?

Na het vertrek van de betaalde beheerder werd alles in het dorpshuis gedaan door vrijwilligers. Hierdoor ontstond weer meer betrokkenheid bij het dorpshuis bij onze inwoners. Na de laatste verbouwing in de tachtiger jaren was het dorpshuis ondertussen gedateerd. Slechte isolatie, onduidelijke bekabeling, gedateerde verwarming. Kortom, het dorpshuis was weer toe aan een verbouwing. Door de sterkere band met het dorpshuis ontstond het plan tot renovatie. In november 2011 is er een dorpsvergadering geweest om het draagvlak te peilen. Deze avond werd erg goed bezocht en de eerste bouwvrijwilligers hebben zich daar al aangemeld.

Tegelijk wijzigde het beleid van de gemeente. Er worden zoveel mogelijk gebouwen afgestoten. In Drouwen was het gebouw niet van de gemeente maar van de Stichting. Toch moest er flink onderhandeld worden. In sommige dorpen stond een nieuw gebouw terwijl in andere, zoals Drouwen, een slecht onderhouden gebouw stond. De gemeente was verantwoordelijk voor groot onderhoud, vanaf nu zijn de dorpen dit zelf. Om dit eerlijk te laten verlopen creëerde de gemeente het potje “Kern en Kader” en ging met alle dorpen in onderhandeling. Maatwerk was hierbij het toverwoord.

Het bestuur van de stichting pakte deze handschoen voortvarend op. Ze stelden een bouwcommissie in en kwamen met een ambitieus plan. Iets te ambitieus voor de gemeente.

Na vele onderhandelingen kwam er een overeenkomst. Ruwweg was de begroting drie ton. Daarvan kwam één ton voor rekening van de gemeente, één ton moest uit fondsen komen en één ton uit zelfredzaamheid. Dat laatste was, net als in het verleden, geen probleem. Vele vrijwilligers meldden zich om mee te helpen. Er werden diverse commissies ingesteld en in mei 2012 werd begonnen met de verbouwing.

De fondsenwerving bleek lastiger dan gedacht. Veel fondsen wilden wel in projecten investeren maar niet in stenen. Veel tijd werd gestoken in de kroonappels van het Oranjefonds. En terecht, we haalden uiteindelijk de finale! In mei 2013 mochten we naar het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam een cheque van €2500,- in ontvangst nemen.

De verbouwing werd in fasen aangepakt. Dat wat vrijwilligers konden doen werd door vrijwilligers gedaan, voor gespecialiseerd werk werden deskundigen ingeschakeld. Het verbouwen in fasen duurt langer maar heeft ook grote voordelen. Zo wordt er geen roofbouw gedaan op de vrijwilligers en kunnen de activiteiten zoveel mogelijk doorgaan.

In totaal hielpen circa 90 vrijwilligers mee. Het aantal manuren is ontelbaar.

[Deze tekst en foto’s werden oorspronkelijk gepubliceerd in de feestelijke editie van de dorpskrant van oktober 2015. Met dank aan de redactie voor toestemming tot publicatie op de website.]